Bruinbandkakkerlak

Uiterlijk
De bruinbandkakkerlak heeft meestal een kastanjebruine kleur en een lichte dwarsstreep op borstschild en achterlijf. Ze lijken uiterlijk veel op de Duitse kakkerlak. De lengte bedraagt 10 tot 15mm exclusief antennes, de vleugels zijn goed ontwikkeld en ze kunnen vliegen. Het ei-pakket is bleek- tot roodbruin van kleur en bevat gemiddeld 16 eitjes.

Hoe kom je aan kakkerlakken?
De in gebouwen voorkomende kakkerlakken zijn oorspronkelijk afkomstig uit de tropen en kunnen dus in verpakkingen van tropische producten zitten. Ook kunnen kakkerlakken meekomen in verhuisdozen, inpakdozen van de supermarkt, tweedehands goederen/witgoed en zelfs in gehuurde videobanden. Kakkerlakken kunnen ook simpelweg meeliften met kleding of bagage na b.v. de vakantie.

Algemeen
De bruinbandkakkerlak wordt in Nederland vaak aangetroffen in huizen en flatgebouwen. Een andere naam voor de bruinbandkakkerlak is huiskakkerlak of meubelkakkerlak. Ze hebben behoefte aan een hoge temperatuur van ca. 26 C°. Zoals alle kakkerlakken zijn ze ongewenst omdat ze onder meer voedsel vervuilen en bacteriën en schimmelsporen kunnen overbrengen. Ook verspreiden ze een onaangename geur en zijn door de grote aantallen waarin ze kunnen voorkomen uitermate hinderlijk.

Leefwijze
Bruinbandkakkerlakken kunnen zich heel snel voortbewegen, zelfs over het plafond, muren en andere gladde oppervlakken. Ze zijn minder lichtschuw dan de andere soorten en komen ook voor op drogere en hogere plaatsen. Ze voeden zich bij voorkeur met zetmeel houdend voedsel. Verder kan de bruinbandkakkerlak zich te goed doen aan lijm in boeken en van bijvoorbeeld behang. Schuilplaatsen zijn bijvoorbeeld achter schilderijen, behang, boeken en in gordijnen en meubilair. Zij kunnen zelfs in een schone, hygiënische omgeving overleven. De volwassen kakkerlakken kunnen namelijk 40 dagen zonder voedsel!! Als uw woning erg vuil is zal de kakkerlak vrij spel hebben en zich door de overvloed aan voedsel zeer snel voortplanten.

Wering: Hoe geef ik de kakkerlak geen onderdak?
Controleer uw goederen op kakkerlakken voordat u deze in huis haalt;   Ventileer uw woning goed en zorg voor een niet te hoge temperatuur. De   kakkerlak voelt zich prima bij 26 C°.   Berg uw voedsel en afval goed op zodat kakkerlakken er niet bij kunnen komen.   Als u voorraadbussen gebruikt kan er ook geen ander ongedierte bijkomen;   maak uw keuken regelmatig en grondig schoon. Maak kieren, naden en   doorvoeropeningen van leidingen dicht.

Bestrijding
Na een grondige inspectie en inventarisatie van het object wordt een bestrijdingsplan opgesteld. In overleg met gebruikers/bewoners van het gebouw worden afspraken gemaakt over tijdstip van actie, voorbereiding e.d. Ter doding van de kakkerlakken wordt een lokaasgel toegepast welke op alle mogelijke schuilplaatsen aangebracht zal worden. Deze door de overheid toegelaten middelen mogen alleen door ter zake deskundige bestrijdingstechnici worden gebruikt. Betrokkenen worden vooraf van de te treffen maatregelen op de hoogte gebracht.

Faraomier

Algemeen
De faraomier is een mierensoort die oorspronkelijk afkomstig is uit de tropen maar reeds rond 1900 in Nederland is ingevoerd. Vooral na 1945 is hij mede door het aanbrengen van centrale verwarming in gebouwen enorm in aantal toegenomen en komt inmiddels in het gehele land voor.

Faraomieren zijn, zoals vrijwel alle mieren, sociale insecten en leven in zgn. staten. Binnen zo’n mierenstaat is er sprake van een duidelijke taakverdeling: De koninginnen zorgen voor de voortplanting en zij leggen de eieren, de werksters (onvruchtbare vrouwtjes) zorgen voor de voedselvoorziening en verzorgen de larven en de mannetjes bevruchten de koninginnen.

Uiterlijk
Werksters 2,2 tot 2,6mm. Bruingeel met een donkergekleurd achterlijf. Koninginnen 3,5 tot 4,8mm. Bruingeel met donkergekleurde kop. Mannetjes 2,8 tot 3,1mm. Zwartbruin met bleekgele poten en antennen,   gevleugeld. Larven zijn pootloos en wit van kleur.

Leefwijze
Faraomieren voelen zich het beste thuis bij een temperatuur van ca. 30 graden C. en leven in Nederland uitsluitend binnenshuis. Per volk hebben ze meerdere nesten die dan ook meestal op warme plaatsen te vinden zijn zoals in de omgeving van kachels, radiatoren en ovens. Het zijn alleseters en ze worden o.a. aangetroffen in brood, suiker, hondenvoer en andere levensmiddelen maar ze hebben een voorkeur voor vlees(waren).

Per nest kunnen bij faraomieren wel tot 400 koninginnen leven die ca. 9 maanden oud kunnen worden, in welke tijd zij ieder ongeveer 300 eitjes leggen.

Schade
Uitermate hinderlijk optreden in keukens en andere verblijven en overbrengers van o.a. ziekteverwekkende bacteriën.

Wering/bestrijding
De enige mogelijkheid om faraomieren te weren is het zorgvuldig controleren van binnengekomen goederen en het bewaren van levensmiddelen in goed gesloten potten en bussen.

Als de aanwezigheid van faraomieren geconstateerd wordt is het zaak zo snel mogelijk met de bestrijding te beginnen om verdere verspreiding te voorkomen. Voor een effectieve bestrijding is het noodzakelijk alle koninginnen te doden, maar met spuitmiddelen bereikt men de nesten niet. Alleen met de lokaasmethode, waarbij de werksters het lokaas meenemen naar het nest, is het mogelijk zowel de volwassen mieren als de larven te doden.

Voor het uitvoeren van een bestrijdingsactie op basis van de lokaasmethode kunt u contact opnemen met EWS.

Grasvlieg

Deze vliegensoort is een stuk kleiner dan de vorige twee soorten. Grasvliegen zijn ongeveer 3 mm. lang en hebben een geel lichaam met drie zwarte strepen op de bovenzijde van het borststuk. De enigszins afgeronde vleugels zijn vrij groot in verhouding tot het lichaam. De vrouwtjes van deze soort leggen hun eitjes in de grond in weilanden e.d. De larven parasiteren op bepaalde soorten bladluizen. Ook de grasvlieg heeft de gewoonte om massaal in gebouwen te overwinteren. Kerktorens lijken daarbij de voorkeur te hebben.

Wering/bestrijding
Om te voorkomen dat in het najaar een vliegenplaag ontstaat zal allereerst het binnendringen van het gebouw onmogelijk gemaakt moeten worden; horren voor ramen en deuren, tochtstrips, het afdichten van gaten en kieren in buitenmuren en het dichten van ventilatieopeningen met fijnmazig gaas. Ook het (gedeeltelijk) verwijderen van klimplanten kan hierbij helpen. Grasvliegen hebben namelijk een voorkeur voor klimop en wingerd. Afdichten is niet altijd effectief. De vliegen kunnen namelijk ook via de dakpannen een gebouw binnenkomen.

Indien reeds een vliegenplaag ontstaan is zijn er verschillende methodes om de plaag te bestrijden. Als de klusterplaats van de vliegen opgespoord en goed bereikbaar is dan kan de zwerm met behulp van een stofzuiger worden opgezogen. In de lente volstaat het meestal om de ramen tegenover elkaar open te zetten. Soms is de klusterplaats moeilijk bereikbaar of niet toegankelijk. In dat geval zal er met een insecticide gewerkt moeten worden. EWS kan u hierover adviseren.

Als ondanks de genomen weringmaatregelen de vliegen toch ieder jaar terugkomen kan EWS vroeg in het najaar een preventieve behandeling uitvoeren met een residueel werkend insecticide. Het middel wordt gespoten in naden en kieren, op en nabij de entreeplaatsen van de vliegen en eventueel op wanden en kozijnen.

Herfstvlieg

Herfstvliegen lijken veel op kamervliegen maar zijn hiervan te onderscheiden door het duidelijk gestreepte geel met grijze achterlijf en door de ogen van de mannetjes die elkaar boven op de kop bijna raken.

Leefwijze
Vrouwtjes herfstvliegen leggen hun eitjes op mest in weilanden. De larven ontwikkelen zich in de mest en verpoppen zich in de omringende grond. De volwassen vliegen voeden zich met lichaamsafscheidingen van vee en drinken ook wel eens bloed, hoewel ze niet door de huid van dieren of mensen kunnen bijten. Het overwinteringsgedrag van de herfstvlieg is vrijwel gelijk aan dat van de klustervlieg en beide soorten kunnen dan ook gezamenlijk van hetzelfde gebouw gebruik maken.

Amerikaanse kakkerlak

Uiterlijk
De Amerikaanse kakkerlak is met een lengte van 28-44mm. (excl. de lange antennes) de grootste kakkerlakkensoort die regelmatig in Nederland aangetroffen wordt. Beide geslachten zijn glanzend roodbruin van kleur en gevleugeld, maar de mannetjes hebben langere vleugels. De nimfen (jongere stadia) lijken veel op de volwassen dieren maar hebben geen vleugels. Het ei-pakket is bruinzwart van kleur, ca. 8 mm lang en bevat gemiddeld 16 eitjes.

Hoe kom je aan kakkerlakken?
De in gebouwen voorkomende kakkerlakken zijn oorspronkelijk afkomstig uit de tropen en kunnen dus in verpakkingen van tropische producten zitten. Ook kunnen kakkerlakken voorkomen in verhuisdozen, inpakdozen van de supermarkt, tweedehands goederen/witgoed en zelfs in gehuurde videobanden. Kakkerlakken kunnen ook simpelweg “meeliften” met kleding of bagage.

Algemeen
Amerikaanse kakkerlakken worden in Nederland slechts zelden in woningen aangetroffen. Omdat deze soort behoefte heeft aan een hoge temperatuur en een hoge luchtvochtigheid veroorzaken ze de meeste overlast in fabrieken, dierentuinen, aquaria, levensmiddelenbedrijven, bakkerijen en restaurants. Zoals alle kakkerlakken zijn ze ongewenst omdat ze o.m. voedsel vervuilen en bacteriën en schimmelsporen kunnen overbrengen. Ze verspreiden een onaangename geur en zijn door de grote aantallen waarin ze kunnen voorkomen, uitermate hinderlijk.

Leefwijze
Kakkerlakken kunnen zich heel snel voortbewegen, zelfs over het plafond, muren en andere gladde oppervlakken. Amerikaanse kakkerlakken kunnen bij hogere temperaturen ook vliegen. Als kakkerlakken éénmaal binnen in een gebouw zijn, zoeken zij een warme, donkere schuilplaats. Kakkerlakken zijn namelijk lichtschuw. Op een donkere, warme en vochtige plek kunnen zij gemakkelijk overleven en zich voortplanten.

Kakkerlakken zijn alleseters. Zij kunnen zelfs in een schone, hygiënische omgeving overleven. De volwassen akkerlakken kunnen namelijk 40 dagen zonder voedsel! Als uw woning erg vuil is zal de kakkerlak vrij spel hebben en zich door de overvloed aan voedsel zeer snel voortplanten.

Wering: Hoe geef ik de kakkerlak geen onderdak?
Controleer uw goederen op kakkerlakken voordat u deze in huis haalt;   Ventileer uw woning goed en zorg voor een niet te hoge temperatuur. De   kakkerlak voelt zich prima bij 25’C;   Berg uw voedsel en afval goed op zodat kakkerlakken er niet bij kunnen komen.   Als u voorraadbussen gebruikt kan er ook geen ander ongedierte bijkomen; Maak   uw keuken regelmatig en grondig schoon. Maak kieren, naden en doorvoeropeningen van leidingen dicht.

Bestrijding
Na een grondige inspectie en inventarisatie van het betreffende object wordt een bestrijdingsplan opgesteld. In overleg met gebruikers/bewoners van het gebouw worden afspraken gemaakt over tijdstip van actie, voorbereiding e.d. Ter doding van de kakkerlakken wordt een lokaasgel toegepast welke op alle mogelijke schuilplaatsen aangebracht zal worden. Deze door de overheid toegelaten middelen mogen alleen door ter zake deskundige bestrijdingstechnici worden gebruikt. Betrokkenen worden vooraf van de te treffen maatregelen op de hoogte gebracht.

Duitse kakkerlak

Uiterlijk
Deze kakkerlakkensoort is lichtbruin van kleur en heeft twee duidelijke zwarte lengtestrepen op het borstschild. Lange antennen, grote vleugels. Ca. 12 – 16mm lang. De nimfen (jongere stadia) zijn 2 – 12mm lang, ongevleugeld. Het ei-pakket is lichtbruin en ca. 8 mm lang.

Hoe kom je nu aan kakkerlakken?
Kakkerlakken zijn oorspronkelijk afkomstig uit de tropen en kunnen dus in de verpakkingen van tropische producten zitten. Ook kunnen kakkerlakken voorkomen in verhuisdozen, inpakdozen van de supermarkt, tweedehands goederen/witgoed en zelfs in gehuurde videobanden. Kakkerlakken kunnen ook simpelweg “meeliften” met kleding of bagage.

Algemeen
Kakkerlakken komen zeer algemeen in centraal verwarmde gebouwen, levensmiddelen productie bedrijven en aan boord van schepen voor. Deze insecten zijn ongewenst omdat ze o.m. voedsel vervuilen en bacteriën en schimmelsporen kunnen overbrengen. Ze verspreiden een onaangename geur en zijn door de grote aantallen waarin ze voor kunnen komen, uitermate hinderlijk.

Leefwijze
Kakkerlakken kunnen zich heel snel voortbewegen, zelfs over het plafond, muren en andere gladde oppervlakken. Als kakkerlakken éénmaal binnen in een woning zijn, zoeken zij een donkere schuilplaats. Kakkerlakken zijn namelijk lichtschuw. Op een donkere, warme en vochtige plek kunnen zij gemakkelijk overleven en zich voortplanten. Kakkerlakken mag u altijd doodtrappen of met kokend water overgieten. Er is sprake van mannetjes en vrouwtjeskakkerlakken. Het vrouwtje draagt een ei-pakketje met zich mee, waar zo’n 30 eitjes in zitten. Eén kakkerlakkenechtpaar kan, bij optimale omstandigheden, in één jaar zo’n 400.000 nakomelingen krijgen.

Kakkerlakken zijn alleseters. Toch kunnen zij in een schone, hygiënische woning overleven. De volwassen kakkerlakken kunnen namelijk 40 dagen zonder voedsel! Als uw woning erg vuil is zal de kakkerlak vrij spel hebben en zich zeer snel voortplanten.

Hoe geef ik de kakkerlak geen onderdak
Controleer uw goederen op kakkerlakken voordat u deze in huis haalt; Ventileer uw woning goed en zorg voor een niet te hoge temperatuur. De kakkerlak voelt zich prima bij 25’C; Berg uw voedsel en afval goed op zodat kakkerlakken er niet bij kunnen komen. Als u voorraadbussen gebruikt kan er ook geen ander ongedierte bijkomen; Maak uw keuken regelmatig en grondig schoon. Maak kieren, naden en doorvoeropeningen van leidingen dicht.

Wering
Door een goede hygiëne en het attent zijn op de aanwezigheid van kakkerlakken in binnen gebrachte goederen en producten kan men voorkomen, dat kakkerlakken zich in objecten tot grote aantallen vermeerderen. Een goed uitgevoerde bestrijding kan de overlast dan wegnemen.

Bestrijding
Na een grondige inspectie en inventarisatie in het object wordt een bestrijdingsplan opgesteld. In overleg met gebruikers/bewoners van het gebouw worden afspraken gemaakt over tijdstip van actie, voorbereiding e.d. Ter doding van de kakkerlakken wordt een lokaasgel toegepast welke op alle mogelijke schuilplaatsen aangebracht zal worden. Deze door de overheid toegelaten middelen mogen alleen door ter zake deskundige bestrijdingstechnici worden gebruikt. Betrokkenen worden vooraf van de te treffen maatregelen op de hoogte gebracht.

Oosterse kakkerlak

Algemeen
Behalve in woonhuizen kunnen deze kakkerlakken in levensmiddelenbedrijven, bakkerijen hotels, restaurants, ziekenhuizen, wasserijen, e.d. In grote aantallen voorkomen. Ze verspreiden een onaangename geur die ook door levensmiddelen wordt opgenomen; de geur wordt veroorzaakt door het uitscheidingsproduct van een rugklier.

Oosterse kakkerlakken (ook wel bakkerstorren genoemd) zijn alles eters en voeden zich onder meer met onze levensmiddelen, doch ze kunnen ook leven van dode dieren, uitwerpselen en afvalstoffen. Kakkerlakken kunnen dragers zijn van bacteriën en mijten. Mede omdat ze In aanraking komen met allerlei vuil, kunnen ze onder bepaalde omstandigheden ziekten overbrengen. Hun aanwezigheid in de directe omgeving van de mens is volstrekt ongewenst. In de tropen zijn het opruimers in de natuur en zij dienen daar tevens als voedsel voor grotere dieren o.m. voor vogels.

Uiterlijk en leefwijze
Een volwassen Oosterse kakkerlak is 20-27 mm lang. De kleur Is roodbruin tot zwart, de larven zijn het meest donker. Alleen het mannetje bezit goed ontwikkelde vleugels, maar kan niet vliegen. Door die vleugels is het mannetje vaak wat lichter van kleur. De oosterse kakkerlak komt niet alleen in bakkerijen voor, maar ook onder meer in restaurants, hotels, wasserijen en woningen. De voorkeurstemperatuur is 20’C – 29’C.

Vele kakkerlakkensoorten zijn lichtschuw, ook oosterse kakkerlakken. Overdag houden zij zich schuil op donkere, warme plaatsen: achter de kachel, oven of centrale verwarming, in keukenkasten, verwarmingskelders, muurspleten nabij warmwaterleidingen, in badkamers en putjes, bij aquaria, e.d. ’s Nachts gaan zij op zoek naar voedsel via openingen en gaten langs verwarmings- en waterleidingbuizen. Voorraden maken ze niet, doch ze foerageren elke nacht, waarbij ze zich zeer snel verplaatsen. Bij gebrek aan voedsel knagen ze aan papier (boeken) en leer.

Ontwikkeling
De ontwikkeling van dit insect duurt vrij lang. Het wijfje draagt de eieren in een ei-pakket (cocon), dat er ca. 16 bevat, hoogstens 5 dagen aan het achterlijf met zich mee vóór ze het op een gunstige plaats afzet.

Volwassen wijfjes produceren gemiddeld 8 ei-pakketten gedurende hun levensduur van 35-180 dagen. Ongeveer 2-3 maanden na het afwerpen van de cocon, komen de vleugelloze larven uit, die via 7-8 vervellingen een zeer lange ontwikkelingsperiode, afhankelijk van de omstandigheden, van 1-4 jaar doorlopen eer ze volwassen zijn. De gedaanteverwisseling is onvolledig, d.w.z. dat de larven bij de geboorte op het volwassen insect (imago) lijken en alleen In grootte door het ontbreken van vleugels daarvan verschillen. Bij de laatste vervelling komen de vleugels, bij de oosterse kakkerlak alleen bij het mannetje volledig, tot ontwikkeling. Het ei-pakket is grijsbruin, 10 x 5 x 3 mm en is aan de bovenzijde voorzien van een getande naad, die bij het uitkomen van de larven openbreekt.

Dat de temperatuur bij de ontwikkeling een belangrijke rol speelt, blijkt uit het feit, dat enkele graden verschil die ontwikkeling maanden kunnen versnellen of vertragen. Voor kou zijn ze gevoelig; een temperatuur van -4’C gedurende ca. 15 uur is doorgaans fataal.

Wering
De verspreiding van kakkerlakken vindt o.m. plaats door het binnenbrengen van meermalen gebruikte dozen, manden, kisten, containers, etc., met bagage en door verhuizingen en transporten. Behalve door te trachten te voorkomen de insecten binnen te brengen, kan tot wering van kakkerlakken bijdragen het o.m. door zorgvuldige hygiëne beperken van voedselaanbod.

Allereerst kan men daar waar de kakkerlakken hun voedsel vinden, meestal de keuken, zorgen dat ’s nachts geen eten of etensresten te vinden zijn. Etenswaren in goed afgesloten schalen, blikken, plastic dozen of in de koelkast opbergen. Etensresten en keukenafval opruimen. Vuilnisemmers zorgvuldig afsluiten en bij voorkeur ’s nachts buiten zetten. Het dichten van doorvoeropeningen van leidingen e.d. kan bijdragen tot het beperken van de verspreiding van de kakkerlakken in een gebouw.

Bij planning van nieuwbouw en Inrichting van keukens, badkamers, restaurants, bars, ziekenhuizen en bejaardentehuizen, dient men het creëren van voor insecten geschikte schuilplaatsen zo goed mogelijk te voorkomen. Ook dient een zo gunstig mogelijke situering van b.v. keukens van bedrijven en inrichtingen te worden gekozen ten opzichte van andere delen van het gebouw en voor een droge koele opslagplaats voor levensmiddelen te worden zorggedragen.

Bestrijding
Voordat overgegaan wordt tot een bestrijdingsactie dient een onderzoek te worden ingesteld naar de omvang van de verspreiding van kakkerlakken binnen het betrokken gebouw, alsook in de aangebouwde panden. In flatgebouwen vindt de verspreiding allereerst in verticale richting plaats via leidingkokers etc. Voor dat onderzoek kan gebruik worden gemaakt van lijmvallen. Na deze inventarisatie kan EWS overgegaan worden tot het opstellen van het bestrijdingsplan (volgorde van behandeling, toe te passen bestrijdingsmethode en toegelaten middelen, etc.) en de voorlichting aan de betrokkenen. Meer informatie kunt u vinden op onze pagina voor de bestrijding van kakkerlakken.

Nazorg
Aanbevolen wordt om door een deskundige van EWS ca. 6-8 weken na de behandeling te laten controleren of een nabehandeling nodig is. De bewoners/gebruikers van de behandelde ruimten dienen na de inspectie/nabehandeling attent te blijven op kakkerlakken en het eventueel signaleren ervan zo snel mogelijk te melden. Nadat de bestrijdingsactie is uitgevoerd, kan men in kwetsbare objecten als levensmiddelenbedrijven e.d. kakkerlakkeninfiltraties signaleren met b.v. lijmvallen.

Kamervlieg

Algemeen
De kamervlieg en de kleine kamervlieg zijn de twee vliegensoorten die in Nederland het meest binnenshuis voorkomen. De kamervlieg (ook wel huisvlieg genoemd) heeft een lengte van 7-8mm, een grijs borststuk (thorax) met 4 zwarte strepen en een achterlijf dat aan de basis geel is (bij het wijfje minder). De kleine kamervlieg is slanker, heeft een lengte van 5-7mm, een bruine thorax en een achterlijf met drie gele ringen en driehoekige rugvlakken. Beide vliegensoorten zijn alleseters en komen voor op o.a. mest, afval, dode dieren en voedingsmiddelen.

Leefwijze
Alle vliegensoorten ondergaan een volkomen gedaanteverwisseling (metamorfose). Dit wil zeggen dat deze insecten 4 levensstadia doorlopen tijdens hun ontwikkeling tot volwassen vlieg nl: ei, larve, pop en imago (volwassen insect). Het wijfje van de kamervlieg legt 600-2000 1mm. lange eitjes in series van 100-150. Het wijfje van de kleine kamervlieg legt 200-600 eitjes in groepjes van 30-70 per keer. De eitjes worden gelegd op allerlei rottend materiaal zoals uitwerpselen of afval. Na 1-3 dagen komt de larve uit het eitje en begint zich te voeden met het rottend materiaal, waarna zij zich na ca. 1 week begint te verpoppen. Het popstadium duurt 3-8 dagen bij de kamervlieg en 10-30 dagen bij de kleine kamervlieg. De mannetjes sterven kort na de paring, de wijfjes leven 2-3 maanden.

Schade
Naast het feit dat vliegen zeer hinderlijk kunnen zijn, staan ze ook te boek als beruchte ziekteverspreiders. Aan poten, monddelen en haren, alsmede via de uitwerpselen, nemen ze allerlei ziekteverwekkende bacteriën en virussen mee, die een gevaar opleveren voor mens en huisdier.

Wering
Veel vliegenoverlast is te minimaliseren door de juiste weringsmaatregelen te treffen bijv.: Afval tijdig verwijderen. Goed afsluitbare afvalemmers en -containers gebruiken. Op boerderijen mest z.s.m. afvoeren en mestgoten en stalvloeren schoonhouden. Voedingsmiddelen en grondstoffen daarvoor niet onafgedekt laten staan. Waar mogelijk vliegengaas aanbrengen, horren lintgordijnen of flapdeuren plaatsen.

Bestrijding
Bestrijding van vliegen is alleen zinvol nadat de nodige weringsmaatregelen getroffen zijn. Er bestaan veel verschillende methodes om vliegen te bestrijden o.a.; vliegenstrips, elektrische vliegendoders, vliegenvallen voor binnen of buiten, behandeling van rustplaatsen van vliegen met insecticide en behandeling van mest ter bestrijding van maden. De EWS bestrijdingstechnicus zal u graag informeren welke methodes voor uw situatie het meest geschikt zijn.

Klustervlieg

Deze algemene vliegensoort dankt zijn naam aan zijn gewoonte om in grote aantallen gezamenlijk in gebouwen te overwinteren. De klustervlieg lijkt op een sterk uitgegroeide kamervlieg met veel goudkleurige haartjes op de thorax (borststuk).

Leefwijze
De volwassen vrouwtjes leggen hun eitjes op vochtige grond, onder rottende bladeren e.d. Na ongeveer een week komen de larven uit en gaan actief op zoek naar regenwormen waar ze zich aan vast houden en vervolgens een gaatje in boren. De made ontwikkelt zich binnen in het lichaam van de regenworm. Als de regenworm dood of bijna dood is boort de made zich een weg naar buiten en verpopt zich in de grond. De levenscyclus van de klustervlieg is sterk afhankelijk van de weersomstandigheden; twee generaties per jaar is normaal, maar als de zomer erg warm is kunnen vier generaties per jaar voorkomen. De volwassen klustervlieg voedt zich met de nectar van bloemen.

Schade/hinder
Tijdens de zomer en het begin van de herfst veroorzaken klustervliegen slechts zelden overlast. Als het weer koeler wordt zoeken ze beschutting in hoeken en gaten in huizen en andere gebouwen. Naarmate de temperatuur verder daalt zoeken ze meer bescherming en vormen vaak enorme klusters van duizenden vliegen. Het komt regelmatig voor dat hetzelfde gebouw ieder jaar opnieuw door de vliegen gebruikt wordt om te overwinteren. Klustervliegen veroorzaken geen schade maar zijn door de grote aantallen wel bijzonder hinderlijk.

Latrine vlieg

Algemeen
De vertegenwoordigers van de familie Sphaeroceridae waartoe de latrinevlieg behoort, noemt men in Amerika kleine mestvliegen. Dit is wel een juiste benaming, want deze vliegjes treft men vaak in grote aantallen aan onder meer op en bij dierlijke uitwerpselen.

Uiterlijk en leefwijze
Deze kleine, donker gekleurde vliegjes ontwikkelen zich op zeer vochtige plaatsen, daar waar de bodem verontreinigd is door rottend organisch materiaal. Dergelijke broedplaatsen worden in woningen onder meer gevormd daar waar de afvoer van de gootsteen lek is of als er iets mankeert aan de afvoer van de toiletten. De vliegjes kunnen zich ook in de omgeving van woningen ontwikkelen o.a. in mesthopen en in stallen.

Wering/bestrijding
De enige effectieve bestrijding bestaat uit het opzoeken van de broedplaats(en) en het saneren daarvan. In geval van lekkage van gootsteen of toiletten kan men het verontreinigde materiaal uit de kruipruimte trachten te verwijderen of af te dekken met een laag schoon zand. Wanneer de vliegjes zich buiten de woning ontwikkelen dient zoveel mogelijk aandacht aan de wering te worden besteed, onder meer door horren in open ramen aan te brengen. Mestopslag in de directe omgeving van woningen dient men te vermijden, of de mest moet goed worden afgedekt. In stallen dient men een goede hygiëne te betrachten. Eventueel kan men daar overgaan tot een bestrijding van de vliegenlarven (maden) in de mest met behulp van daartoe toegelaten bestrijdingsmiddelen.

Indien de bestrijdingsactie, uitgevoerd aan de hand van dit advies onvoldoende resultaat mocht geven, kunt u altijd contact opnemen met EWS.