Algemeen
Deze insecten, die vaak ten onrechte met de naam “wandluis” werden betiteld, komen over de gehele wereld voor. Het zijn in gebouwen levende parasieten van warmbloedige dieren, die zich meestal voeden met het bloed van de mens. Indien bedwantsen in grote aantallen in een ruimte (bv. slaapkamer) aanwezig zijn, dan bespeurt men een karakteristieke geur.
Uiterlijk
Het volwassen insect heeft een sterk afgeplat, ovaalvormig bijna rond lichaam. De voorvleugels zijn slechts in aanleg aanwezig en de achterste vleugels ontbreken. De wijfjes zijn 4,5 – 8,5 mm lang, de mannetjes zijn gemiddeld iets kleiner. Bedwantsen zijn roodbruin van kleur; als ze kort tevoren een bloedmaaltijd hebben genomen is de kleur donkerrood en is het achterlijf gezwollen.
Ontwikkeling en leefwijze
Overdag verbergen bedwantsen zich o.m. onder losliggende vloerkleedjes, in alle mogelijke spleten en kieren in wanden, vensterbanken, meubels, bedden, matrassen, achter loszittend behang, in gordijnen, tot zelfs in schakelaars en stopcontacten van het elektrisch licht, schoenen en kledingstukken, echter voornamelijk in de omgeving van het hoofdeinde van een bed. De eieren worden met een in water oplosbaar secreet in kieren van meubels, bedstellen, wanden, kledingstukken, etc. gekleefd. Bij kamertemperatuur komen de eitjes na 15 – 22 dagen uit; na ca. 1, 5 maand zijn de insecten volwassen. Behalve op mensen parasiteren ze ook op warmbloedige huis- en laboratoriumdieren, evenals op vogels. Bij 15 – 18’C kunnen de dieren meer dan 6 maanden zonder voedsel. Als zij hongerig worden kunnen zij relatief grote afstanden afleggen op zoek naar gastheren. Bij een temperatuur beneden 15°C gaan zij in de “winterslaap”, waarbij zij langdurig vorsttemperaturen kunnen overleven. Een hittebehandeling bij temperaturen hoger dan 45°C gedurende een half uur doodt alle stadia van deze wantsen.
Bestrijding
Bedwantsen verspreiden zich naar aangrenzende woningen via scheuren en naden in muren of via doorvoeropeningen van leidingen. De verspreiding vindt echter ook in belangrijke mate plaats via bagage, transport van gebruikt meubilair en gebruik van sloophout uit gebouwen waarin bedwantsen aanwezig zijn. Bij de bestrijding zal men met deze aspecten terdege rekening moeten houden. Uit de leefwijze volgt, dat als er met de inventaris uit de te behandelen woning, alsmede kleding, beddengoed etc. niet zeer zorgvuldig wordt gehandeld, bedwantsen gemakkelijk verspreid kunnen worden. Na het constateren van bedwantsen dient men deze goederen dan ook niet uit de woning of uit de te behandelen ruimten te verplaatsen, voordat een bestrijding heeft plaatsgevonden. Het contact van bestrijdingsmiddelen met o.a. speelgoed moet worden voorkomen. Kinderspeelgoed moet voorafgaand aan de bestrijding worden opgeruimd. Bij behandeling van de kasten kan speelgoed in plastic zakken worden verpakt. De bestrijding van deze insecten kan men het best laten uitvoeren door ter zake deskundigen zoals de EWS.
Eerst dient vastgesteld te worden in hoeverre verspreiding van bedwantsen naar aangrenzende woningen heeft plaatsgevonden. Na deze inventarisatie kan overgegaan worden tot het opstellen van het bestrijdingsplan (volgorde van behandeling, toe te passen bestrijdingsmethode en toegelaten middelen, etc.) en de voorlichting aan de betrokkenen. Alle spleten en kieren van bedden, wanden en vloeren, alsmede beddengoed en matras, die zich bevinden in ruimten waar bedwantsen worden aangetroffen, moeten worden behandeld met een daarvoor toegelaten middel, dat een residu achterlaat (actieve stoffen bv. deltamethrin, permethrin of cyfluthrin) waarna de behandelde ruimten twee uur niet betreden mogen worden. Na de bestrijdingsactie dient het beddengoed te worden gewassen, ofwel anderszins gereinigd. Bewoners van de behandelde ruimten dienen attent te blijven op bedwantsen en het signaleren ervan spoedig te melden aan de EWS. Aanbevolgen wordt om na enige weken te laten controleren of met de behandeling een volledig resultaat werd behaald en indien nodig nabehandelen.