Skip to content

Algemeen
Behalve in woonhuizen kunnen deze kakkerlakken in levensmiddelenbedrijven, bakkerijen hotels, restaurants, ziekenhuizen, wasserijen, e.d. In grote aantallen voorkomen. Ze verspreiden een onaangename geur die ook door levensmiddelen wordt opgenomen; de geur wordt veroorzaakt door het uitscheidingsproduct van een rugklier.

Oosterse kakkerlakken (ook wel bakkerstorren genoemd) zijn alles eters en voeden zich onder meer met onze levensmiddelen, doch ze kunnen ook leven van dode dieren, uitwerpselen en afvalstoffen. Kakkerlakken kunnen dragers zijn van bacteriën en mijten. Mede omdat ze In aanraking komen met allerlei vuil, kunnen ze onder bepaalde omstandigheden ziekten overbrengen. Hun aanwezigheid in de directe omgeving van de mens is volstrekt ongewenst. In de tropen zijn het opruimers in de natuur en zij dienen daar tevens als voedsel voor grotere dieren o.m. voor vogels.

Uiterlijk en leefwijze
Een volwassen Oosterse kakkerlak is 20-27 mm lang. De kleur Is roodbruin tot zwart, de larven zijn het meest donker. Alleen het mannetje bezit goed ontwikkelde vleugels, maar kan niet vliegen. Door die vleugels is het mannetje vaak wat lichter van kleur. De oosterse kakkerlak komt niet alleen in bakkerijen voor, maar ook onder meer in restaurants, hotels, wasserijen en woningen. De voorkeurstemperatuur is 20’C – 29’C.

Vele kakkerlakkensoorten zijn lichtschuw, ook oosterse kakkerlakken. Overdag houden zij zich schuil op donkere, warme plaatsen: achter de kachel, oven of centrale verwarming, in keukenkasten, verwarmingskelders, muurspleten nabij warmwaterleidingen, in badkamers en putjes, bij aquaria, e.d. ’s Nachts gaan zij op zoek naar voedsel via openingen en gaten langs verwarmings- en waterleidingbuizen. Voorraden maken ze niet, doch ze foerageren elke nacht, waarbij ze zich zeer snel verplaatsen. Bij gebrek aan voedsel knagen ze aan papier (boeken) en leer.

Ontwikkeling
De ontwikkeling van dit insect duurt vrij lang. Het wijfje draagt de eieren in een ei-pakket (cocon), dat er ca. 16 bevat, hoogstens 5 dagen aan het achterlijf met zich mee vóór ze het op een gunstige plaats afzet.

Volwassen wijfjes produceren gemiddeld 8 ei-pakketten gedurende hun levensduur van 35-180 dagen. Ongeveer 2-3 maanden na het afwerpen van de cocon, komen de vleugelloze larven uit, die via 7-8 vervellingen een zeer lange ontwikkelingsperiode, afhankelijk van de omstandigheden, van 1-4 jaar doorlopen eer ze volwassen zijn. De gedaanteverwisseling is onvolledig, d.w.z. dat de larven bij de geboorte op het volwassen insect (imago) lijken en alleen In grootte door het ontbreken van vleugels daarvan verschillen. Bij de laatste vervelling komen de vleugels, bij de oosterse kakkerlak alleen bij het mannetje volledig, tot ontwikkeling. Het ei-pakket is grijsbruin, 10 x 5 x 3 mm en is aan de bovenzijde voorzien van een getande naad, die bij het uitkomen van de larven openbreekt.

Dat de temperatuur bij de ontwikkeling een belangrijke rol speelt, blijkt uit het feit, dat enkele graden verschil die ontwikkeling maanden kunnen versnellen of vertragen. Voor kou zijn ze gevoelig; een temperatuur van -4’C gedurende ca. 15 uur is doorgaans fataal.

Wering
De verspreiding van kakkerlakken vindt o.m. plaats door het binnenbrengen van meermalen gebruikte dozen, manden, kisten, containers, etc., met bagage en door verhuizingen en transporten. Behalve door te trachten te voorkomen de insecten binnen te brengen, kan tot wering van kakkerlakken bijdragen het o.m. door zorgvuldige hygiëne beperken van voedselaanbod.

Allereerst kan men daar waar de kakkerlakken hun voedsel vinden, meestal de keuken, zorgen dat ’s nachts geen eten of etensresten te vinden zijn. Etenswaren in goed afgesloten schalen, blikken, plastic dozen of in de koelkast opbergen. Etensresten en keukenafval opruimen. Vuilnisemmers zorgvuldig afsluiten en bij voorkeur ’s nachts buiten zetten. Het dichten van doorvoeropeningen van leidingen e.d. kan bijdragen tot het beperken van de verspreiding van de kakkerlakken in een gebouw.

Bij planning van nieuwbouw en Inrichting van keukens, badkamers, restaurants, bars, ziekenhuizen en bejaardentehuizen, dient men het creëren van voor insecten geschikte schuilplaatsen zo goed mogelijk te voorkomen. Ook dient een zo gunstig mogelijke situering van b.v. keukens van bedrijven en inrichtingen te worden gekozen ten opzichte van andere delen van het gebouw en voor een droge koele opslagplaats voor levensmiddelen te worden zorggedragen.

Bestrijding
Voordat overgegaan wordt tot een bestrijdingsactie dient een onderzoek te worden ingesteld naar de omvang van de verspreiding van kakkerlakken binnen het betrokken gebouw, alsook in de aangebouwde panden. In flatgebouwen vindt de verspreiding allereerst in verticale richting plaats via leidingkokers etc. Voor dat onderzoek kan gebruik worden gemaakt van lijmvallen. Na deze inventarisatie kan EWS overgegaan worden tot het opstellen van het bestrijdingsplan (volgorde van behandeling, toe te passen bestrijdingsmethode en toegelaten middelen, etc.) en de voorlichting aan de betrokkenen. Meer informatie kunt u vinden op onze pagina voor de bestrijding van kakkerlakken.

Nazorg
Aanbevolen wordt om door een deskundige van EWS ca. 6-8 weken na de behandeling te laten controleren of een nabehandeling nodig is. De bewoners/gebruikers van de behandelde ruimten dienen na de inspectie/nabehandeling attent te blijven op kakkerlakken en het eventueel signaleren ervan zo snel mogelijk te melden. Nadat de bestrijdingsactie is uitgevoerd, kan men in kwetsbare objecten als levensmiddelenbedrijven e.d. kakkerlakkeninfiltraties signaleren met b.v. lijmvallen.